Google Analytics is een ongelofelijk handige tool om statistieken omtrent je website te analyseren. Je kan hiermee de effectiviteit van je content, onlinemarketingstrategie, gebruikerservaring en de functionaliteit op verschillende devices meten. Hierdoor krijg je een duidelijk beeld van wat je goed doet en wat er beter kan. Met andere woorden: een onmisbare tool. In deze blog nemen we je mee doorheen 7 veelvoorkomende fouten van Google Analytics.
Google Analytics verkeerd installeren
Google Analytics kan op verschillende manieren fout ingesteld worden. Dit heeft als resultaat dat de data op een verkeerde manier zal binnenkomen.
Eerst en vooral dien je de trackingcode in de van de website te plaatsen. Dit dien je te doen op alle pagina’s. Wanneer dit niet gedaan is, zal de data fout binnenkomen.
Ten tweede is het dubbel installeren van Google Analytics een zeer klassieke en veelvoorkomende fout. Het zowel hardcoded op de website als via Google Tag Manager installeren, is hier een voorbeeld van. Hierdoor kunnen bijvoorbeeld je bouncerates verkeerd gemeten worden.
Om te controleren of alles goed ingesteld is kan je de ‘Google Tag Assistant’ extensie raadplegen. Deze laat zien welke Google-codes op de website staan. Mochten er 2 Analytics-codes op de website staan zie je de volgende foutmelding in Google tag Assistant:

Als tip geven we dus mee om je Google Analytics via Google Tag Manager te installeren.
Een nieuwe Analytics-code live zetten bij je nieuwe website
Logischerwijs maak je met een nieuwe website een nieuwe Google Analytics-code aan. Fout, dit is niet echt logisch aangezien je best de vorige Analytics-code meeneemt. Geef deze mee aan jouw websitebouwer. Zo kan er bij het live gaan van jouw website niets foutlopen. Uiteraard kan het zijn dat je bij de dag van het live gaan, andere cijfers ziet in jouw Google Analytics. Plaats een opmerking bij jouw Google Analytics zodat je achteraf nog weet dat dit de overgangsfase was van jouw oude website naar jouw nieuwe versie.
Slechts één weergave gebruiken
Bij het aanmaken van Google Analytics, wordt er standaard 1 weergave gemaakt. Daarin komt alle data binnen. Toch wordt er aangeraden om meerdere weergaves aan te maken. Zo kan je bijvoorbeeld een bepaald team enkel toegang geven tot een specifiek gedeelte in het Analytics-account of per marketingteam een aparte weergave aanmaken.
Aan de hand van meerdere weergaves kan je ook de IP-adressen van je collega’s uitsluiten van je Analytics data, zo worden hun bezoekjes aan je website niet mee geregistreerd.
Belangrijk: Zorg dat je altijd een back-up weergave hebt zonder filtering!
Ideaal gezien heb je dus drie weergaven:
- Een weergave zonder filters die je kan gebruiken als back-up.
- Een weergave met filters en doelen die je gebruikt als master weergave om te analyseren.
- Een weergave als test om te testen wat het effect is op het instellen van jouw filters.
De zoekfunctie van je website niet meten
Als je de zoekfunctie van je website niet doormeet, weet je ook niet waar je bezoekers naar zoeken. Dit is echter nuttige informatie om jouw website te verbeteren.
Om deze zoekfunctie te activeren, heb je de ‘query parameter’ van jouw website nodig. Vaak zijn het tekens die in de URL verschijnen na een zoekopdracht en tussen de ‘?’ en ‘=’ staan. Wanneer je dus bijvoorbeeld in de zoekfunctie op je website het woord ‘test’ opzoekt, dit uitkomt op de URL ‘https://www.eigendomein.be/search/?s=test’, dan is jouw query parameter dus ‘s’.
De query parameter vul je bij Analytics aan onder Beheerder > Instellingen voor dataweergave > Site Search bijhouden.

Kijk vervolgens waar je websitebezoekers naar zoeken, wat ze terugvinden en of dit klopt. Zoeken ze vaak naar hetzelfde? Of vinden ze bepaalde zoekopdracht niet? Dit is allemaal nuttige informatie waarmee jij aan de slag kan om zo een optimale website-ervaring te creëren.
De betaalproviders vergeten uitsluiten
Analytics gaat je omzet (en de kanalen die hiervoor zorgen) bijhouden. Dit gebeurt enkel als je webshop de e-commercemodule activeert in Google Analytics.
Na een betaling komt een klant gewoonlijk op de bevestigingspagina van je website uit. Google Analytics ziet daar wat er gekocht is en wat de omzet hiervan is. Analytics gaat echter denken dat de betaalprovider het kanaal geweest is dat voor de omzet gezorgd heeft, terwijl dit niet zo is.
Uiteraard wil je niet zien dat een bank voor 40% van je omzet zorgt, als dit zou voortkomen uit bezoekers via Google Ads bijvoorbeeld. Daarom is het belangrijk om deze instelling aan te passen. Sluit betaalproviders dus uit via Beheer > Trackinginfo > Lijst met verwijzingsuitsluitingen.

Geen doelen instellen
Weten welke doelen je wil behalen is een noodzaak om je data daarop af te stemmen. Wanneer deze in Analytics ingesteld staan, kan je data worden omgezet in conversiepercentages om daar meer inzicht in te krijgen.
Je doelen instellen doe je via Beheer > Doelen. Er zijn standaard 4 verschillende doeltypes die je kan meten.

Vooral bij leadgeneratie-websites gaat het om de bovenste: type bestemming.
Geen UTM-tags gebruiken
Met UTM-tags voeg je extra informatie toe aan een klikbare link of afbeelding. Hierdoor kan je in Google Analytics zien vanwaar deze bezoeker komt. Wanneer je geen gebruik maakt van UTM-tags komt data niet altijd op de juiste manier in Analytics terecht, hierdoor kan je verkeerde data interpretaties maken. Door bijvoorbeeld UTM-tags toe te voegen aan de URL van je advertenties, zorg je ervoor dat de data van die advertenties apart in Analytics komen te staan. Hierdoor heb je een duidelijk overzicht van je data.
Door gebruik te maken van deze URL Builder kan je makkelijk aan de slag met het aanmaken van UTM-tags. Spreadsheets bijhouden voor jezelf met welke UTM-tags je gebruikt is een gouden tip. Zo kan je je campagne dezelfde campagnenaam geven over verschillende kanalen. Weet je niet hoe je zo een UTM-tag moet aanmaken? Lees er in deze blog alles over.
